Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 39

Warning: Undefined array key "HTTP_ACCEPT_LANGUAGE" in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 25

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:39) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
Cassatieberoep en Meineed: Analyse van Arrest nr. 18412 van 2025 | Advocatenkantoor Bianucci

Beroep in cassatie en meineed: Analyse van arrest nr. 18412 van 2025

Het Italiaanse juridische landschap is voortdurend in ontwikkeling, en de uitspraken van het Hof van Cassatie vormen een baken voor de interpretatie en toepassing van het recht. Het recente arrest nr. 18412, gedeponeerd op 15 mei 2025, past in deze context en biedt een belangrijke verduidelijking op het gebied van cassatieberoep en, in het bijzonder, de aftrekbaarheid van specifieke procedurele schendingen in verband met het misdrijf van meineed. Deze beslissing, waarbij S. M. de beklaagde was en A. C. de rapporteur, is van fundamenteel belang voor iedereen die werkzaam is of betrokken is bij het strafrechtelijk systeem, en schetst nauwkeurig de grenzen waarbinnen bepaalde schendingen in de fase van wettigheid kunnen worden aangevoerd.

De reikwijdte van arrest nr. 18412 van 2025: Wanneer een schending geen reden voor cassatie is

De centrale kwestie die door het Hooggerechtshof werd behandeld, betrof de mogelijkheid om, op grond van artikel 606, lid 1, letter c), van het Wetboek van Strafvordering, de niet-overdracht van de stukken aan het Openbaar Ministerie door de rechter, in geval van verdenking van meineed, aan te vechten. De artikelen 207 en 241 van het Wetboek van Strafvordering leggen de rechter de verplichting op om de stukken aan het OM over te dragen wanneer er aanwijzingen van een misdrijf zijn, zoals meineed. Het arrest heeft echter bepaald dat de schending van deze bepalingen niet kan worden ingeroepen als reden voor cassatieberoep. Waarom?

Inzake cassatieberoep is de schending van de bepalingen van de artikelen 207 en 241 van het Wetboek van Strafvordering, voortvloeiend uit het niet-overdragen van de stukken aan het openbaar ministerie door de rechter, in geval van meineed, niet aftrekbaar in termen van schending van een procesrechtelijke norm, ex art. 606, lid 1, letter c), van het Wetboek van Strafvordering, aangezien dit procesrechtelijke normen zijn die niet gesanctioneerd worden met nietigheid, onbruikbaarheid, ontoelaatbaarheid of verval.

Dit cruciale deel van het arrest, voorgezeten door Dr. G. L., benadrukt een kernbeginsel van ons strafrechtelijk procesrecht: niet alle schendingen van procesrechtelijke normen zijn geschikt om een cassatieberoep te onderbouwen. Artikel 606, lid 1, letter c), van het Wetboek van Strafvordering staat beroep toe voor "schending of onjuiste toepassing van de procesrechtelijke wet die is vastgesteld met nietigheid, onbruikbaarheid, ontoelaatbaarheid of verval". Het Hof heeft dus verduidelijkt dat de artikelen 207 en 241 van het Wetboek van Strafvordering, hoewel ze een verplichting voor de rechter vaststellen, geen van deze procesrechtelijke sancties voorzien indien de verplichting niet wordt nagekomen. Met andere woorden, het niet-overdragen van de stukken aan het OM wegens meineed tast de geldigheid van de lopende strafprocedure niet aan, maakt de verkregen bewijzen niet onbruikbaar, leidt niet tot ontoelaatbaarheid van handelingen of verval van een procesrecht. Het betreft dus een schending zonder een uitdrukkelijke procesrechtelijke sanctie die in cassatie kan worden aangevoerd op grond van artikel 606 van het Wetboek van Strafvordering.

Het systeem van procesrechtelijke sancties en de redenen voor beroep

Om de reikwijdte van deze beslissing volledig te begrijpen, is het essentieel om te verwijzen naar het systeem van procesrechtelijke sancties in het Italiaanse strafrecht. De wetgever heeft verschillende soorten gebreken voorzien die de geldigheid van procesrechtelijke handelingen kunnen aantasten:

  • Nietigheid: Gebreken die de vorm of de inhoud van de handelingen aantasten, onderscheiden in algemene nietigheden (art. 178 Wetboek van Strafvordering) en bijzondere nietigheden (voor specifieke handelingen). Nietigheden kunnen absoluut, intermediair of relatief zijn, met verschillende regimes van aftrekbaarheid en sanering.
  • Onbruikbaarheid: Betreft de geschiktheid van een handeling of bewijs om ten grondslag te liggen aan de beslissing, vaak voortvloeiend uit de schending van bewijsverboden (art. 191 Wetboek van Strafvordering).
  • Ontoelaatbaarheid: Verwijst naar de onmogelijkheid om een handeling te verrichten of een beroep in te stellen wegens het ontbreken van formele of materiële vereisten.
  • Verval: Het verlies van de bevoegdheid om een procesrechtelijke handeling te verrichten wegens het niet naleven van een dwingende termijn.

Het betreffende arrest herhaalt dat alleen schendingen van procesrechtelijke normen die uitdrukkelijk een van deze sancties met zich meebrengen, in cassatie kunnen worden aangevoerd op grond van artikel 606, lid 1, letter c), van het Wetboek van Strafvordering. Dit beginsel is bedoeld om de stabiliteit van het proces te waarborgen en te voorkomen dat louter formele gebreken, zonder directe impact op de geldigheid of bruikbaarheid van de handelingen, kunnen leiden tot de vernietiging van vonnissen.

Praktische implicaties voor advocaten en burgers

Deze uitspraak heeft belangrijke praktische implicaties. Voor advocaten betekent het een verdere bevestiging van de noodzaak van een rigoureuze analyse van de redenen voor cassatieberoep. Het is niet voldoende dat een procesrechtelijke norm is geschonden; het is essentieel dat deze schending wordt gesanctioneerd met nietigheid, onbruikbaarheid, ontoelaatbaarheid of verval, zoals vereist door art. 606 van het Wetboek van Strafvordering. Het aanvoeren van een beroepsgrond gebaseerd op de loutere schending van de artikelen 207 of 241 van het Wetboek van Strafvordering zou, in het licht van dit arrest, tot ontoelaatbaarheid leiden. Voor burgers die betrokken zijn bij strafrechtelijke procedures, benadrukt het arrest het belang van het inschakelen van deskundige professionals die valide redenen voor beroep kunnen onderscheiden, en zo tijd- en middelenverspilling bij ongegronde beroepen voorkomen. Gerechtigheid streeft, met respect voor individuele garanties, altijd naar een evenwicht tussen de bescherming van rechten en de behoefte aan proceszekerheid en snelheid.

Conclusies

Arrest nr. 18412 van 2025 van het Hof van Cassatie, voorgezeten door G. L. en gerapporteerd door A. C., vertegenwoordigt een belangrijk onderdeel in de strafrechtelijke jurisprudentie. Het herhaalt duidelijk dat het cassatieberoep geen instrument kan zijn om elke individuele schending van procesrechtelijke normen aan te vechten, maar beperkt is tot gevallen waarin de wet een specifieke sanctie voorziet (nietigheid, onbruikbaarheid, ontoelaatbaarheid of verval). Dit beginsel versterkt de coherentie van het procesrechtelijk systeem en nodigt juridische professionals uit tot steeds grotere precisie bij het formuleren van hun verdedigingen en beroepen, om ervoor te zorgen dat beroepen gebaseerd zijn op werkelijk relevante gebreken voor de rechtsorde.

Advocatenkantoor Bianucci