Met arrest nr. 11582 van 29 januari 2025 (gedeponeerd op 21 maart 2025) heeft de Vijfde Strafkamer van het Hof van Cassatie opnieuw de procesrechtelijke gevolgen onderzocht van de "schriftelijke" procedure voor beroepen, ingevoerd tijdens de Covid-19-noodsituatie. De zaak betreft het niet-elektronisch verzenden van de conclusies van de Procureur-Generaal (PG) naar de advocaat van de verdachte in het beroep, behandeld volgens art. 23-bis van wetsbesluit 137/2020, omgezet in wet 176/2020. Het Hof heeft de beslissing van het Hof van Beroep van Bologna vernietigd en de zaak terugverwezen, omdat een nietigheid van algemene aard met een tussenliggend regime werd vastgesteld.
Om de fysieke aanwezigheid op zittingen tijdens de pandemie te verminderen, heeft de wetgever bepaald dat beroepen konden worden behandeld "in raadkamer zonder deelname van de partijen", na indiening van schriftelijke conclusies. Artikel 23-bis van wetsbesluit 137/2020 verplicht de PG echter om zijn verzoeken naar de advocaten te sturen: een cruciale stap om het tegensprekelijk beginsel te waarborgen, beschermd door de artt. 178, 180 en 182, lid 2, van het Wetboek van Strafvordering.
In de schriftelijke beroepsprocedure, behandeld onder de noodwetgeving ter bestrijding van de Covid-19-pandemie, leidt het niet-elektronisch meedelen van de conclusies van de Procureur-Generaal aan de advocaat van de verdachte tot een algemene nietigheid met een tussenliggend regime, die met cassatieberoep kan worden ingeroepen, zelfs door de advocaat die in die procedure schriftelijke conclusies heeft ingediend zonder enige opmerking te maken.
Het Hof verduidelijkt dat:
De uitspraak sluit aan bij de conformiteit van de arresten nrs. 47308/2023 en 21050/2024, en neemt afstand van afwijkende oriëntaties (bv. nr. 10864/2024) die de nietigheid hadden uitgesloten in aanwezigheid van verdedigingsconclusies.
Het vastgestelde beginsel maakt het essentieel om in elk schriftelijk beroep na te gaan of de conclusies van de PG zijn ontvangen. Indien dit niet het geval is, kan de advocaat:
De regeling blijft actueel, zelfs na de Cartabia-hervorming: de raadkamers met schriftelijke behandeling blijven bestaan voor bepaalde beroepen en de norm van het "op afstand" tegensprekelijk beginsel vereist nog steeds de verzending van de stukken van het Openbaar Ministerie.
Arrest nr. 11582/2025 versterkt de bescherming van het recht op verdediging in het tijdperk van het elektronische strafproces. Het tegensprekelijk beginsel mag niet worden opgeofferd op het altaar van efficiëntie: als de PG zijn conclusies niet stuurt, is het beroep gebrekkig en verdient het herhaling. Een uitspraak die magistraten en advocaten herinnert aan het belang van procedurele zorgvuldigheid, zelfs (en vooral) wanneer de zitting alleen via een scherm plaatsvindt.