Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 39

Warning: Undefined array key "HTTP_ACCEPT_LANGUAGE" in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 25

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:39) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
Participatief proces in hoger beroep en belang bij beroep: commentaar op Cassatie nr. 12515/2025 | Advocatenkantoor Bianucci

Participatieve procedure in hoger beroep en belang bij beroep: commentaar op Cassatie nr. 12515/2025

Het Hof van Cassatie, Afdeling III Strafrecht, behandelt met arrest nr. 12515, gedeponeerd op 1 april 2025, opnieuw het instituut van de participatieve procedure in hoger beroep ex art. 129, lid 2, c.p.p. en de grenzen waarbinnen de niet-activering ervan relevant kan zijn in cassatie. De zaak is ontstaan uit een beroep ingesteld door de beklaagde C. L. tegen een uitspraak van vrijspraak wegens verjaring door het Hof van Beroep van Napels. De beslissing is een waardevolle gelegenheid om na te denken over een vaak verwaarloosd, maar praktisch zeer belangrijk onderwerp: het concrete belang bij een beroep wanneer de ongunstige uitkomst geen veroordeling is, maar juist de beëindiging van het misdrijf.

Het referentiekader van de wetgeving

Art. 129, lid 2, c.p.p. bepaalt dat de rechter alleen een vrijspraak kan uitspreken “op het eerste gezicht” als de onschuld duidelijk is; in hoger beroep verplicht de zogenaamde participatieve procedure de voorafgaande vaststelling van een zitting in raadkamer met kennisgeving aan de partijen, zodat zij de mogelijke vrijspraak kunnen bespreken. Het nalaten van deze formaliteit vormt een gebrek in de uitspraak, maar is niet altijd relevant in cassatie.

  • Art. 568 c.p.p.: voorwaarden voor ontvankelijkheid van het beroep.
  • Art. 606 onder c) c.p.p.: wettelijke schendingen die in cassatie kunnen worden aangevoerd.
  • Art. 157 c.p.: verjaring als oorzaak van beëindiging van het misdrijf.
  • Rechtspraak van cassatie: Cass. S.U. nr. 28954/2017; Cass. nr. 43740/2024.

De procesgang en de ratio decidendi

In hoger beroep komen geen elementen naar voren die de verantwoordelijkheid van C. L. uitsluiten; niettemin verklaart het Hof van Beroep de beëindiging van het misdrijf wegens verjaring zonder de participatieve procedure te activeren. De beklaagde stelt beroep in, waarbij hij het gebrek aanvoert, hopend op vernietiging met verwijzing naar de feitenrechter voor een volledige vrijspraak. Het Hof van Cassatie, voorgezeten door L. R. en rapporteur A. G., vernietigt zonder verwijzing het deel betreffende de burgerlijke partij inzake de kosten, maar verklaart het motief betreffende de participatieve procedure onontvankelijk: als de vernietiging geen “concreet voordeel” zou opleveren – omdat er geen duidelijke onschuldselementen zijn en de beklaagde geen afstand heeft gedaan van de verjaring – blijft het gebrek irrelevant.

In cassatie kan het nalaten van de participatieve procedure in hoger beroep worden aangevoerd als een gebrek van de uitspraak in tweede aanleg, in geval van het ontbreken van duidelijke vrijspraakgronden, mits uit de eventuele vernietiging een concreet voordeel kan voortvloeien voor de indiener van het beroep.

De uitspraak benadrukt het beginsel van het belang bij het handelen (art. 568, lid 4, c.p.p.): de indiener van het beroep moet niet alleen het bestaan van een procesfout aantonen, maar ook de mogelijkheid om er tastbaar voordeel uit te halen. Bij gebreke van afstand van verjaring is de vrijspraak wegens beëindiging van het misdrijf reeds een gunstige uitkomst; bijgevolg kan het Hof van Cassatie geen onnodige terugkeer naar de feitenrechter bewerkstelligen.

Aspecten van belang voor de forensische praktijk

Arrest nr. 12515/2025 biedt operationele inzichten voor strafrechtadvocaten:

  • Voordat beroep wordt ingesteld tegen een verklaring van verjaring, is het raadzaam te beoordelen of er “duidelijke” onschuld bewijzen zijn en, zo ja, formeel afstand te doen van de verjaring in hoger beroep.
  • De melding van het nalaten van de participatieve procedure zal falen als het concrete voordeel van de vernietiging niet wordt aangetoond.
  • Het Hof van Cassatie, in lijn met Cass. S.U. 28954/2017, herhaalt de deflatoire functie van het beginsel van onontvankelijkheid wegens gebrek aan belang.

Dienovereenkomstig nodigt de uitspraak de territoriale rechtbanken uit tot een strikt gebruik van art. 129 c.p.p.: als de vrijspraak niet “op het eerste gezicht” duidelijk is, is de tussenkomst van de partijen in de zitting onmisbaar, op straffe van kwetsbaarheid van de beslissing – maar alleen indien het bovengenoemde belang bestaat.

Conclusies

Met de beslissing in dit commentaar versterkt het Hooggerechtshof het evenwicht tussen verdedigingsgaranties en redelijke behoeften aan proceseconomie. De verdediger die streeft naar een volledige vrijspraak zal zich een voorvraag moeten stellen: heeft mijn cliënt werkelijk baat bij het beroep? Indien het antwoord negatief is, dreigt de actie in cassatie te veranderen in een loutere academische oefening, met het gevaar van veroordeling tot kosten en een sanctie ex art. 616 c.p.p. Uiteindelijk plaatst arrest nr. 12515/2025 zich in een jurisprudentiële lijn die gericht is op het verantwoordelijk maken van de procespartijen en het beperken van beroepen zonder daadwerkelijk voordeel, waarbij het beginsel van het beroep als instrument van bescherming, niet van experiment, wordt herbevestigd.

Advocatenkantoor Bianucci