De strijd tegen georganiseerde misdaad, met name drugshandel, is een constante uitdaging voor het rechtssysteem. Het Hof van Cassatie heeft met uitspraak nr. 17002 van 20 maart 2025 (gedeponeerd op 7 mei 2025), onder voorzitterschap van Dr. G. D. A. en met rapporteur Dr. A. C., een cruciale verduidelijking gegeven over de strafrechtelijke aansprakelijkheid van degenen die opereren in drugshandel die wordt beheerd door maffia-achtige associaties. Deze uitspraak, die het beroep van de beklaagde G. D. verwerpt, schetst de grenzen van deelname aan associatieve misdrijven, zelfs voor personen die ogenschijnlijk "extern" zijn aan de maffia-associatie.
Het Italiaanse strafrecht voorziet in het misdrijf van maffia-associatie (Art. 416 bis c.p.) en dat van associatie gericht op de illegale handel in verdovende middelen (Art. 74 D.P.R. nr. 309/1990). De jurisprudentie moet vaak onderscheiden wanneer een persoon, die zich bezighoudt met drugshandel, ook verantwoordelijk moet worden gehouden voor het maffia-misdrijf. Uitspraak 17002/2025 behandelt juist het geval van degenen die, hoewel niet formeel verbonden aan de maffia, activiteiten van drugshandel of -verkoop uitvoeren die een bron of een operationele arm vormen voor de maffia-organisatie, waarbij de nadruk wordt gelegd op de "wetenschap" van dit verband.
Het Hooggerechtshof heeft een interpretatief principe van aanzienlijk belang herbevestigd, dat de reikwijdte van de strafrechtelijke aansprakelijkheid verduidelijkt. Hier is de integrale maximale stelling:
Zowel voor het misdrijf van associatie gericht op drugshandel als voor dat van maffia-associatie zijn aansprakelijk, indien de drugshandel behoort tot de activiteiten van de maffia-associatie en wordt beheerd via een speciaal opgerichte associatie, geleid door leden van de maffia-associatie, niet alleen de laatstgenoemden, maar ook degenen die uitsluitend binnen het kader van de drugshandel hebben geopereerd, mits zij zich ervan bewust waren dat deze werd beheerd door de maffia-associatie.
Dit principe breidt de aansprakelijkheid voor maffia-associatie uit tot buiten de "interne" leden van de associatie. Iedereen die zich bezighoudt met drugshandel, zelfs als hij zich uitsluitend aan deze activiteit wijdt, kan ook verantwoordelijk worden gehouden voor het maffia-misdrijf als hij zich ervan bewust is dat deze handel wordt beheerd of geleid door een maffia-organisatie. Het "bewustzijn" is de kern: simpele nalatigheid is niet voldoende, maar er is kennis vereist dat de illegale activiteit onder de paraplu en namens de maffia-associatie plaatsvindt. Dit impliceert dat zelfs degenen die niet direct deelnemen aan het leven van de organisatie betrokken kunnen raken als zij zich bewust zijn van het maffia-"merk" dat hun operaties overziet.
Voor de configuratie van deze dubbele aansprakelijkheid identificeert de uitspraak specifieke voorwaarden:
Deze uitspraak past in een gevestigde jurisprudentiële lijn, verwijzend naar wettelijke bepalingen zoals Art. 416 bis c.p. en Art. 74 D.P.R. 309/90, en roept conformerende precedenten (nr. 4651 van 2010 Rv. 245875-01) en belangrijke uitspraken van de Verenigde Kamers (nr. 1149 van 2009 Rv. 241883-01) op. Deze precedenten bevestigen de consistentie van de oriëntatie van het Hof van Cassatie bij het aanpakken van de meest complexe vormen van georganiseerde misdaad, waar de grens tussen interne en externe deelname vervaagt in aanwezigheid van een duidelijk bewustzijn van het maffia-verband.
Uitspraak nr. 17002/2025 versterkt de instrumenten om georganiseerde misdaad te bestrijden. Door de dubbele aansprakelijkheid voor maffia-associatie en drugshandel te herbevestigen, zelfs voor degenen die uitsluitend in de drugssector opereren maar met bewustzijn van maffia-controle, benadrukt het Hof dat georganiseerde misdaad moet worden bestreden door de capaciteit ervan te erkennen om illegale sectoren te controleren, ook via "externen". Het bewustzijn van het maffia-verband verandert de drugsdealer in een tandwiel van een grotere criminele machine. Deze beslissing benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van het bewijs met betrekking tot het bewustzijn van de persoon ten opzichte van de maffia-context waarin hij opereert, en biedt een duidelijke waarschuwing en een versterking van de onderzoeks- en processtrategieën.