Het recente arrest van het Hof van Cassatie nr. 36765 van 2024 biedt belangrijke reflectiepunten met betrekking tot de strafrechtelijke verantwoordelijkheid in geval van fiscale fraude door vereffenaars van coöperatieve vennootschappen. In dit artikel analyseren we de belangrijkste punten van de beslissing, de toepasselijke regels en de implicaties voor professionals in de juridische sector.
De eiser, A.A., vereffenaar van de coöperatieve vennootschap La Rinascita, was veroordeeld voor fiscale fraude als gevolg van onregelmatigheden in de inkomsten- en btw-aangifte. Het Hof van Beroep van Potenza had A.A. vrijgesproken van sommige aanklachten, maar andere bevestigd, waarbij de straf werd gereduceerd tot acht maanden gevangenisstraf. De eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het arrest, waarbij hij klaagde over het niet heropenen van het gerechtelijk onderzoek en de motivering van de veroordeling betwistte.
Het wanbeheer van de regels inzake fiscale voordelen voor coöperaties kan niet worden afgeleid door te klagen over het niet verkrijgen van een verklarende bewijs.
Het Hof heeft het beroep verworpen en benadrukt dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om de legitimiteit van de fiscale voordelen aan te tonen waarvoor hij erkenning vroeg. Het Hof heeft verduidelijkt dat, in geval van duidelijke managementafwijkingen, de bewijslast voor het recht op voordelen bij de belastingplichtige ligt. Onder de geconstateerde onregelmatigheden worden genoemd:
Bovendien heeft het Hof benadrukt hoe het gedrag van de eiser, inclusief het niet betalen van belastingen, duidde op opzet en de intentie om belastingen te ontduiken.
Dit arrest is een belangrijke waarschuwing voor vereffenaars van coöperatieve vennootschappen en voor professionals in de juridische sector. Het is essentieel te begrijpen dat fiscale voordelen, hoewel voordelig, moeten worden beheerd in overeenstemming met de geldende regelgeving. Het geval van A.A. toont aan hoe gebrek aan transparantie en onregelmatig beheer aanzienlijke strafrechtelijke gevolgen kan hebben.
Concluderend is arrest nr. 36765 van 2024 een duidelijke waarschuwing over de noodzaak van een zorgvuldig en conform beheer van coöperatieve vennootschappen, met name wat betreft fiscale aangiften. De verantwoordelijkheid van de vereffenaar beperkt zich niet tot het operationele beheer, maar strekt zich ook uit tot fiscale aspecten, wat constante aandacht en correcte documentatie vereist.