Het Hof van Cassatie heeft met uitspraak nr. 38551 van 2019 een zaak betreffende woeker behandeld die fundamentele vragen oproept met betrekking tot de definitie en de integratie van dit misdrijf. De uitspraak biedt belangrijke inzichten voor advocaten en burgers, en verduidelijkt verschillende aspecten van het misdrijf woeker en de methoden voor het vaststellen van inductief gedrag.
In de onderhavige zaak werd D.M.C. veroordeeld voor voortdurende woeker, waarbij het Hof van Beroep van Milaan de beslissing van de eerste aanleg bevestigde. De beklaagde diende beroep in, stellende dat er geen sprake was van inductief gedrag dat hem kon worden toegeschreven, en dat de woekerbelofte ongeschikt was, aangezien deze werd vertegenwoordigd door ongedekte cheques.
Het misdrijf woeker kan ook worden voltooid met de loutere woekerbelofte, wat aangeeft dat in dat geval de latere gebeurtenissen in de relatie tussen partijen geen invloed hebben op de configureerbaarheid van het misdrijf.
Het Hof achtte het beroep onontvankelijk, met de nadruk op het feit dat inductief gedrag geen essentieel element is voor de configuratie van het misdrijf woeker. In het bijzonder stelde het Hof dat het niet noodzakelijk is dat het initiatief om de onderhandeling te starten door de woekeraar is genomen; wat telt, is de objectieve woekerigheid van de overeengekomen voorwaarden. Bovendien werd het onderscheid tussen woeker en afpersing benadrukt, waarbij werd verduidelijkt dat voor het misdrijf woeker geen sprake hoeft te zijn van druk of intimidatie, in tegenstelling tot afpersing.
De uitspraak heeft enkele belangrijke rechtsbeginselen herbevestigd:
Bovendien achtte het Hof dat de vaststelling van aansprakelijkheid werd ondersteund door voldoende bewijs, waaronder de verklaringen van het slachtoffer, die als betrouwbaar werden beschouwd.
De uitspraak nr. 38551 van 2019 vormt een belangrijk referentiepunt voor de jurisprudentie inzake woeker. Het verduidelijkt dat de loutere aanvaarding van woekercondities door het slachtoffer de configureerbaarheid van het misdrijf niet uitsluit, en benadrukt verder het belang van de bescherming van kwetsbare personen in moeilijke financiële situaties. Deze uitspraak biedt dus niet alleen een juridische interpretatie, maar dient ook als waarschuwing voor degenen die zich in economische moeilijkheden bevinden, en onderstreept de noodzaak om aandacht te besteden aan de voorgestelde leningsvoorwaarden.