Ontvoering van Minderjarigen: Analyse van de Uitspraak Cass. civ., Sez. I, Ord. n. 36150 van 2022

De uitspraak nr. 36150 van het Hof van Cassatie, gedaan op 12 december 2022, biedt een belangrijke interpretatie van de regels betreffende de internationale ontvoering van minderjarigen. De zaak betreft A.A. en B.B., ouders van een minderjarige, C.C., die door de moeder zonder toestemming van de vader naar Italië werd gebracht. Het Hof verklaarde het door de moeder ingediende beroep onontvankelijk, waarbij de voorwaarden voor de terugkeer van de minderjarige naar het land van gebruikelijke verblijfplaats werden verduidelijkt.

Feiten van de Zaak en Beslissingen van de Rechter

In september 2020 verhuisde de moeder haar dochter naar Italië, onder het mom dat ze slachtoffer was van geweld door haar echtgenoot. De Rechtbank voor Minderjarigen van Lecce beval echter de terugkeer van de minderjarige naar België, omdat de moeder onvoldoende bewijs had geleverd ter ondersteuning van haar beschuldigingen. Het Hof benadrukte dat de ouders hun gezinsverblijf in België hadden gevestigd en dat de vader regelmatig de voogdij over het kind uitoefende.

Rechtbanken moeten ervoor zorgen dat het belang van het kind altijd centraal staat bij beslissingen betreffende zijn voogdij en verblijfplaats.

Relevante Juridische Principes

Het Hof verwees naar artikel 12 van het Verdrag van Den Haag van 1980, dat bepaalt dat in geval van ontvoering de minderjarige onmiddellijk moet worden teruggegeven, tenzij aangetoond wordt dat zijn terugkeer risico's voor zijn psychofysieke gezondheid met zich meebrengt. De beslissing van de feitenrechter was gebaseerd op een nauwkeurige analyse van het bewijs en de omstandigheden, en bevestigde dat:

• De gebruikelijke verblijfplaats van de minderjarige in België was.
• De vader daadwerkelijk het recht op voogdij uitoefende.
• De beschuldigingen van geweld door de moeder niet werden ondersteund door concreet bewijs.

Slotbeschouwingen

Deze uitspraak vertegenwoordigt een belangrijke bevestiging van de bescherming van de rechten van minderjarigen in situaties van familievete. Het Hof van Cassatie herhaalde dat, bij gebreke van concreet bewijs dat de ontvoering rechtvaardigt, het van fundamenteel belang is om de beslissingen van de bevoegde buitenlandse rechtbanken te respecteren. De bescherming van het kind moet altijd voorrang hebben, en de rechtbanken worden opgeroepen ervoor te zorgen dat elke beslissing rekening houdt met het belang van het kind.