Het recente arrest nr. 25592 van 14 februari 2023, gedeponeerd op 14 juni 2023, van het Hof van Cassatie vertegenwoordigt een belangrijke stap voorwaarts in de regelgeving inzake het onderscheppen van omgevingsgesprekken. In het bijzonder richt de beslissing zich op de kwestie van de geldigheid van bewijsmateriaal verkregen door het gebruik van apparaten die ter beschikking staan van de gerechtelijke politie, waarbij de nadruk wordt gelegd op het ontbreken van een titel en de onbruikbaarheid ervan.
Het Hof moest een specifieke zaak onderzoeken waarbij onderscheppingen waren uitgevoerd met een afluisterapparaat. De gerechtelijke politie had het apparaat formeel gehuurd slechts twee dagen na de activering van de onderschepping. Dit riep cruciale vragen op over de legitimiteit van het verzamelde bewijsmateriaal en de bruikbaarheid ervan in gerechtelijke procedures.
Apparaten ter beschikking van de gerechtelijke politie - Ontbreken van een titel - Onbruikbaarheid - Uitsluiting - Feiten. Wat betreft het onderscheppen van omgevingsgesprekken, is de titel (eigendom, huur, bruikleen of anderszins) op grond waarvan de gerechtelijke politie over het apparaat beschikt waarmee de opname wordt uitgevoerd, irrelevant voor de bruikbaarheid ervan. (Feiten met betrekking tot een omgevingsonderschepping, uitgevoerd met een afluisterapparaat dat toebehoorde aan de gerechtelijke politie die het formeel slechts twee dagen na activering had gehuurd).
Dit arrest maakt deel uit van een bredere juridische context, waarin artikel 268, lid 3, van het Nieuw Wetboek van Strafvordering een wettelijk kader biedt voor de regelgeving inzake onderscheppingen. Het Constitutionele Hof heeft eerder soortgelijke kwesties behandeld, zoals blijkt uit de rechtsoverweging nr. 2707 van 2021, waarin werd verduidelijkt dat het ontbreken van een wettige titel voor het gebruik van het onderscheppingsapparaat kan leiden tot de onbruikbaarheid van het bewijsmateriaal. Daarom herhaalt arrest nr. 25592 een fundamenteel beginsel: de absolute noodzaak om de regels na te leven om de geldigheid van het bewijsmateriaal te waarborgen.
Concluderend biedt arrest nr. 25592 van 2023 van het Hof van Cassatie een belangrijke reflectie op de noodzaak om de wettelijke bepalingen inzake onderscheppingen strikt na te leven. De implicaties van deze beslissing kunnen een aanzienlijke impact hebben op de geldigheid van toekomstig bewijsmateriaal, waardoor juridische professionals worden gedwongen aandacht te besteden aan de te volgen procedures. Het is essentieel dat advocaten en professionals in de juridische sector altijd op de hoogte zijn van jurisprudentiële ontwikkelingen om een effectieve en wettige verdediging te garanderen.