Het recente arrest nr. 2157 van 30 januari 2025, uitgesproken door het Hof van Cassatie, heeft belangrijke kwesties aan de orde gesteld met betrekking tot het gebruik van de verloven voorzien in Wet 104 van 1992, met name die welke verband houden met de bijstand aan gehandicapte familieleden. Dit artikel onderzoekt de hoogtepunten van het arrest en analyseert de implicaties voor werknemers en werkgevers.
Wet 104 van 1992 is fundamenteel in Italië, aangezien deze de rechten van personen met een handicap en hun familieleden erkent en beschermt. In het bijzonder voorziet artikel 33 in betaalde verloven voor werknemers die een gehandicapt familielid bijstaan. Arrest nr. 2157 verduidelijkt echter dat het gebruik van deze verloven strikt verband moet houden met de bijstand aan het gehandicapte familielid.
In het algemeen. Het gebruik van de verloven bedoeld in art. 33 van wet nr. 104 van 1992 voor andere activiteiten dan de bijstand aan het gehandicapte familielid, zodanig dat de doeleinden waarvoor de uitkering is verleend, worden geschonden en de causale verband tussen afwezigheid van het werk en bijstand aan de persoon met een handicap wegvalt, is gedrag dat geschikt is om ontslag om dringende reden te rechtvaardigen en kan door de werkgever worden vastgesteld, ook via onderzoeksbureaus, aan wie de taak kan worden toevertrouwd om frauduleus gedrag van de werknemer of strafbare feiten te verifiëren. (Ter toepassing van het beginsel heeft het Hof bevestigd dat de werkgever terecht gebruik had gemaakt van een onderzoeksbureau om het frauduleuze gebruik van de verloven te verifiëren, in welk geval de werknemer systematisch sport beoefende).
Deze maximale bepaling benadrukt de noodzaak van een passend gebruik van de verloven. Misbruik van deze verloven, door ze voor andere doeleinden dan bijstand te gebruiken, kan een ontslag om dringende reden rechtvaardigen. Het Hof heeft ook bepaald dat werkgevers onderzoeksbureaus kunnen inschakelen om de correctheid van het gebruik van deze verloven te verifiëren, een aspect dat ethische en juridische kwesties kan oproepen.
De gevolgen van dit arrest zijn significant:
Arrest nr. 2157 van 2025 vertegenwoordigt een belangrijk juridisch precedent op het gebied van verloven voor bijstand aan gehandicapte familieleden. Het herbevestigt de noodzaak van een correct en transparant gebruik van deze verloven en verduidelijkt de juridische gevolgen in geval van misbruik. Het is van essentieel belang dat werknemers en werkgevers de implicaties van dit arrest begrijpen om een respectvolle en wettelijk conforme werkomgeving te waarborgen.