Het arrest van het Hof van Cassatie nr. 27562 van 2017 biedt interessante inzichten met betrekking tot de vergoeding van niet-materiële schade, met name over de personalisatie van biologische schade. De zaak betreft D.P.R., slachtoffer van een verkeersongeval, die als gevolg van het ongeval ernstige fysieke gevolgen heeft ondervonden. Het Hof moest zich uitspreken over de correctheid van de vergoeding van biologische schade en de personalisatie daarvan, rekening houdend met de specifieke kenmerken van het concrete geval.
Ten eerste is het belangrijk te benadrukken dat het Hof de gevestigde jurisprudentie heeft bevestigd volgens welke niet-materiële schade, in de zin van art. 2059 van het Burgerlijk Wetboek, een uniforme categorie is. Dit impliceert dat de verschillende componenten van schade, zoals biologische schade en morele schade, niet afzonderlijk mogen worden vergoed om dubbele compensatie te voorkomen. Het Hof oordeelde dat, bij gebreke van specifieke wettelijke criteria, de vergoeding moet plaatsvinden volgens de door de rechtbank van Milaan opgestelde tabelparameters, die ook rekening houden met de personalisatie van de schade op basis van specifieke omstandigheden van het concrete geval.
In cassatie kan het nalaten of onjuist toepassen van dergelijke tabelparameters worden ingeroepen als schending of onjuiste toepassing van art. 1226 van het Burgerlijk Wetboek.
Een cruciaal aspect van het arrest is de kwestie van de personalisatie van biologische schade. Het Hof heeft bevestigd dat, bij specifieke kenmerken van het geval, de volgens de tabellen vastgestelde waarde kan worden verhoogd. De personalisatie moet echter adequaat worden gemotiveerd en worden ondersteund door concreet bewijs. In het geval van D.P.R. merkte het Hof op dat de biologische schade adequaat was gepersonaliseerd, rekening houdend met de ernst van de gevolgen die het slachtoffer had ondervonden en de beperkingen in het dagelijks leven.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 27562 van 2017 een belangrijke bevestiging van het Hof van Cassatie inzake de vergoeding van niet-materiële schade. Het benadrukt het belang van een billijke beoordeling die rekening houdt met de specifieke kenmerken van het concrete geval, in overeenstemming met de beginselen van rechtvaardigheid en bescherming van de rechten van de persoon. De door het Hof verstrekte aanwijzingen kunnen nuttig zijn om toekomstige beslissingen inzake schadevergoeding te sturen, door een meer zorgvuldige en gepersonaliseerde aanpak te bevorderen bij de beoordeling van de schade die slachtoffers van ongevallen hebben geleden.