De recente uitspraak van het Hooggerechtshof van Cassatie, nr. 15714 van 11 juni 2019, behandelt een zeer relevant onderwerp in het familierecht: de internationale ontvoering van minderjarigen. Dit specifieke geval betreft een minderjarige, A., en zijn ouders, P. M. en C. D., in een context van complexe familiale conflicten en voogdijproblemen. De beslissing van Cassatie biedt belangrijke inzichten in de bescherming van de rechten van minderjarigen en de correcte toepassing van internationale normen.
De Rechtbank voor Minderjarigen van Caltanissetta had aanvankelijk het beroep van P. M. afgewezen, die de ontvoering van zijn zoon A. door de moeder C. D. had gemeld, die plaatsvond in Italië zonder toestemming van de vader. De rechtbank had, na evaluatie van de familiale dynamiek en de leefomgeving van de minderjarige, besloten A. tijdelijk aan de moeder toe te vertrouwen, ervan uitgaande dat zijn verblijf in Italië in het belang van de minderjarige was.
Bij internationale ontvoering van een minderjarige is het niet aan de rechter van de plaats van overbrenging om de beste voogdijvoorwaarden te beoordelen.
Het Hof van Cassatie heeft het beroep van P. M. ingewilligd en verschillende beoordelingsfouten in het decreet van de Rechtbank van Caltanissetta benadrukt. De drie beroepsgronden betroffen:
Cassatie stelde dat de Rechtbank niet kon ingaan op de voogdij van de minderjarige, aangezien de internationale ontvoering eerst moest worden aangepakt, waarbij de vorige status quo werd hersteld.
Deze uitspraak herbevestigt het belang van het volgen van internationale bepalingen inzake ontvoering van minderjarigen, en benadrukt dat:
De beslissing van Cassatie vertegenwoordigt een belangrijke stap in de bescherming van de rechten van minderjarigen en de correcte toepassing van internationale normen.
Concluderend biedt de uitspraak nr. 15714/2019 van het Hof van Cassatie een belangrijke leidraad voor de behandeling van gevallen van internationale ontvoering van minderjarigen. Het herbevestigt het principe dat het belang van de minderjarige altijd centraal moet staan in rechterlijke beslissingen, en dat het bewijs met strengheid en onpartijdigheid moet worden beoordeeld. Het is essentieel dat ouders en juridische professionals de ernst van internationale ontvoeringen en de juridische en psychologische gevolgen ervan voor de betrokken minderjarigen begrijpen.