Het arrest van het Hof van Cassatie nr. 33608 van 2021 behandelt een zeer relevant onderwerp in het familierecht: het recht van een ouder om de woonplaats van zijn minderjarig kind naar het buitenland te verplaatsen, in aanwezigheid van gedeeld gezag. Deze kwestie valt binnen het bredere debat over de balans tussen de groeibehoeften van minderjarigen en de individuele behoeften van ouders, met name in situaties van scheiding of echtscheiding.
In de zaak die door het Hof werd behandeld, vroeg de moeder, O.V.I., om de woonplaats van haar zoon R.J. naar Roemenië te verplaatsen, waar hij betere werk- en relationele kansen zou hebben. Het verzoek werd geweigerd door de rechtbank van Trente, die benadrukte dat de verhuizing de relatie van het kind met de vader, G.R., reeds onder een regime van gedeeld gezag, zou kunnen schaden. De moeder diende vervolgens beroep in bij het Hof van Cassatie, met het argument dat haar recht als ouder met gezag moest prevaleren.
Het recht van volwassenen om hun woonplaats te kiezen, moet worden afgewogen tegen het recht van het kind om de bi-ouderlijke relatie te behouden.
Het Hof van Cassatie, bij het afwijzen van het beroep, heeft enkele fundamentele beginselen herbevestigd. Ten eerste stelt artikel 337 ter van het Burgerlijk Wetboek dat het kind het recht heeft om een evenwichtige en voortdurende band met beide ouders te behouden. De jurisprudentie heeft reeds verduidelijkt dat de verhuizing van de woonplaats door een ouder niet automatisch impliceert dat de geschiktheid om de kinderen toe te vertrouwen verloren gaat. Het Hof heeft echter benadrukt dat elke beslissing moet worden genomen met inachtneming van het doorslaggevende belang van het kind.
De betreffende zaak belicht de moeilijkheden waarmee rechters worden geconfronteerd in situaties van conflict tussen ouders. Het Hof oordeelde dat de verhuizing naar het buitenland de affectieve band tussen de vader en het kind in gevaar zou brengen, wat zijn psycho-fysieke ontwikkeling zou schaden. Het belang van het waarborgen van de stabiliteit en continuïteit van familierelaties is een cruciaal punt, dat vaak botst met de persoonlijke aspiraties van de ouders.
Het arrest van het Hof van Cassatie nr. 33608 van 2021 biedt stof tot nadenken over de complexiteit van familiedynamiek na scheiding. Het benadrukt hoe, in aanwezigheid van gedeeld gezag, de verhuizing van de woonplaats van het kind naar het buitenland zorgvuldig moet worden beoordeeld, waarbij altijd het belang van het kind centraal staat. Deze jurisprudentiële oriëntatie nodigt ouders uit om niet alleen hun eigen behoeften te overwegen, maar ook de impact van hun beslissingen op het leven van hun kinderen, ter bevordering van verantwoordelijk en bewust ouderschap.