Het recente arrest nr. 9611 van 10 april 2024, uitgesproken door het Hof van Cassatie, biedt belangrijke inzichten met betrekking tot de procedure voor de versnelde beslissing van onontvankelijke, onontvankelijk verklaarde of kennelijk ongegronde beroepen. In het bijzonder verduidelijkt het de rol van de gedelegeerde raadsheer en de samenstelling van het rechtsprekende college, waarbij de incompatibiliteitsproblemen die zich in dergelijke contexten kunnen voordoen, worden aangepakt.
De versnelde procedure, geregeld in artikel 380-bis van het Burgerlijk Wetboek van Rechtsvordering (c.p.c.), is recentelijk gewijzigd door wetsdecreet nr. 149 van 2022. Deze wetgeving introduceert een vereenvoudigd mechanisme voor de behandeling van beroepen die geen diepgaand onderzoek door het Hof rechtvaardigen. Het doel is om de werkdruk van de rechterlijke macht te verminderen en burgers een snellere reactie te garanderen.
Procedure voor de versnelde beslissing van onontvankelijke, onontvankelijk verklaarde of kennelijk ongegronde beroepen ex art. 380-bis c.p.c. - Gedelegeerde raadsheer voor het opstellen van het voorstel tot afhandeling - Samenstelling van het rechtsprekende college als rapporteur - Incompatibiliteit - Uitsluiting - Grondslag. In de procedure voor de versnelde beslissing van onontvankelijke, onontvankelijk verklaarde of kennelijk ongegronde beroepen ex art. 380-bis c.p.c. (zoals gewijzigd door wetsdecreet nr. 149 van 2022), kan de voorzitter van de afdeling of de gedelegeerde raadsheer die het voorstel tot afhandeling heeft opgesteld, deel uitmaken van - en eventueel worden benoemd tot rapporteur van - het college dat belast is met de afhandeling van het geding krachtens art. 380-bis.1 c.p.c., zonder dat er sprake is van incompatibiliteit in de zin van art. 51, lid 1, punt 4, en 52 c.p.c., aangezien een dergelijk voorstel geen beslissende functie vertoont en niet vatbaar is voor het aannemen van de waarde van een definitieve uitspraak, noch de beslissing in raadkamer die volgt op het verzoek van de verzoeker wordt geconfigureerd als een afzonderlijke fase, die zich in hetzelfde cassatieberoep voortsleept met een karakter van autonomie en met inhoud en doelstellingen van herziening en controle op het voorstel zelf.
Het arrest verduidelijkt dat de gedelegeerde raadsheer, die het voorstel tot afhandeling heeft ingediend, zich niet in een situatie van incompatibiliteit bevindt en dus deel kan uitmaken van het rechtsprekende college. Deze interpretatie is van fundamenteel belang om de efficiëntie van het besluitvormingsproces te waarborgen en vertragingen in de rechtspraak te voorkomen.
Arrest nr. 9611 van 2024 maakt deel uit van een breder hervormingskader van de rechtspraak, gericht op het waarborgen van gestroomlijndere en minder bureaucratische procedures. Versnelde beslissingen kunnen in het bijzonder bijdragen aan een grotere toegankelijkheid van de rechtspraak, waardoor burgers snellere antwoorden op hun beroepen kunnen krijgen. Het is belangrijk dat professionals in de sector deze dynamiek begrijpen, zodat zij hun cliënten op een geïnformeerde en strategische manier kunnen begeleiden.