De recente beschikking van het Hof van Cassatie nr. 30119 van 2024 heeft een nieuw debat aangewakkerd over de onderhoudsbijdrage in geval van scheiding tussen echtgenoten. Deze zaak, waarbij A.A. en B.B. betrokken zijn, biedt interessante inzichten in hoe rechters de financiële situaties en inkomensmogelijkheden van echtgenoten tijdens een scheiding beoordelen.
De heer A.A. heeft de wettelijke scheiding van zijn echtgenote B.B. aangevraagd, waarbij hij gewezen heeft op een inkomensverschil tussen de partijen. Ondanks zijn verklaringen over zijn inkomen, heeft mevrouw B.B. de financiële situatie betwist en een maandelijkse onderhoudsbijdrage geëist. De Rechtbank van Bolzano heeft aanvankelijk een bijdrage van € 300,00 vastgesteld, een bedrag dat door het Hof van Beroep van Trente is bevestigd.
Het beroep van A.A. was gebaseerd op twee belangrijke grieven:
Persoonlijke scheiding veronderstelt het voortduren van de huwelijkse band, derhalve moet de onderhoudsbijdrage de levensstandaard garanderen die tijdens het huwelijk werd genoten.
Het Hof heeft beide grieven verworpen en benadrukt dat de vergelijkende beoordeling van de economische capaciteiten van de partijen correct was uitgevoerd. In het bijzonder heeft het herhaald dat de plicht tot materiële bijstand ook bij scheiding blijft bestaan, en dat de bijdrage de behoeften van de economisch zwakkere echtgenoot moet weerspiegelen.
Deze beschikking van het Hof van Cassatie bevestigt de jurisprudentiële tendens dat de onderhoudsbijdrage het levensniveau tijdens het huwelijk moet garanderen, tenzij er geldige redenen zijn om een verlaging van het bedrag te rechtvaardigen. Het Hof heeft ook het belang benadrukt van een adequate bewijslevering van de economische situatie door de echtgenoot die de bijdrage aanvraagt, zoals bepaald in de artikelen 156 en 2697 van het Burgerlijk Wetboek.
De uitspraak nr. 30119 van 2024 vertegenwoordigt een belangrijk precedent op het gebied van scheiding en onderhoudsbijdrage. Het herbevestigt de noodzaak om de financiële context en de huwelijkse verantwoordelijkheden in overweging te nemen bij het vaststellen van de bijdrage, ter bescherming van de rechten van de meest kwetsbare echtgenoot. Voor juridische professionals biedt deze beschikking stof tot diepgaande reflectie over hoe om te gaan met geschillen inzake scheiding en onderhoud, waarbij het belang van documentatie en bewijs van inkomensmogelijkheden wordt benadrukt.