Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 42

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:42) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
Detentie van vreemdelingen in Albanië: Het Hof van Cassatie verduidelijkt de 'secundaire' detentie (vonnis nr. 17510/2025) | Advocatenkantoor Bianucci

Inbewaringneming van Vreemdelingen in Albanië: De Hoge Raad verduidelijkt 'Secundaire' Inbewaringneming (Arrest nr. 17510/2025)

Het beheer van migratiestromen en de behandeling van vreemdelingen in afwachting van uitzettings- of terugwijzingsmaatregelen vormen al lange tijd complexe uitdagingen voor ons rechtssysteem. Een bijzonder actueel thema is ontstaan met de invoering van het Italiaans-Albanese Protocol inzake migratie en de daaropvolgende wetgeving. Het Hooggerechtshof van Cassatie heeft met het recente arrest nr. 17510 van 8 mei 2025 belangrijke verduidelijkingen gegeven over de rechtmatigheid van de administratieve inbewaringneming van vreemdelingen in faciliteiten op Albanees grondgebied, met name wanneer een verzoek om internationale bescherming wordt ingediend.

De beslissing van de Cassatie, voorgezeten door Dr. G. Rocchi en gerapporteerd door Dr. G. Poscia, komt in een voortdurend evoluerend wettelijk kader, gekenmerkt door het wetsdecreet van 11 oktober 2024, nr. 145 (omgezet met wijzigingen door wet nr. 187 van 9 december 2024) en de latere wijzigingen aangebracht door wetsdecreet nr. 37 van 28 maart 2025. De centrale kwestie betrof de zaak van M. P.M. C. en E. E., voor wie het Hof van Beroep van Rome een eerdere beschikking had vernietigd en teruggestuurd, waarbij twijfels werden geuit over de correcte interpretatie van de wetgeving inzake inbewaringneming.

Het Italiaans-Albanese Protocol en de kwestie van 'Secundaire' Inbewaringneming

Het Italiaans-Albanese Protocol heeft centra voor verblijf voor terugkeer (CPR) op Albanees grondgebied opgericht, zoals dat van Gjader, bestemd voor vreemdelingen in afwachting van uitzetting of terugwijzing. Het arrest van de Cassatie richt zich op de situatie waarin een vreemdeling, reeds in een van deze faciliteiten in bewaring genomen, een verzoek om internationale bescherming indient. De Italiaanse wetgeving bepaalt dat de indiening van een dergelijk verzoek onder bepaalde omstandigheden de rechtmatigheid van de inbewaringneming kan beïnvloeden. Het Hooggerechtshof heeft echter een fundamenteel beginsel vastgesteld.

Inzake de administratieve inbewaringneming van vreemdelingen in het procesrechtelijke regime dat voortvloeit uit wetsdecreet van 11 oktober 2024, nr. 145, omgezet met wijzigingen door wet nr. 187 van 9 december 2024, verhindert artikel 3, lid 2, van wet nr. 14 van 21 februari 2024, zoals gewijzigd door artikel 1, lid 1, sub b), van wetsdecreet nr. 37 van 28 maart 2025, bij het definiëren van de categorieën personen die overgebracht kunnen worden naar het centrum voor verblijf voor terugkeer in Albanië ter uitvoering van het specifieke Italiaans-Albanese Protocol inzake migratie, de toepassing van artikel 6, lid 3, van wetsdecreet nr. 142 van 18 augustus 2015 niet, in het geval dat de vreemdeling die wacht op de uitvoering van een terugwijzings- of uitzettingsbesluit, gehuisvest in de Albanese faciliteit van Gjader krachtens een door de vrederechter gevalideerd decreet overeenkomstig artikel 14 van wetsdecreet nr. 286 van 26 juli 1998, een verzoek om internationale bescherming indient, met als gevolg dat de zogenaamde 'secundaire' inbewaringneming van deze persoon ook na de indiening van het verzoek rechtmatig is, aangezien deze faciliteit voor alle doeleinden gelijkgesteld wordt met de centra voor verblijf voor terugkeer die op het Italiaanse grondgebied bestaan, bedoeld in artikel 14, lid 1, van het bovengenoemde wetsdecreet nr. 286 van 1998.

Deze rechtsoverweging is van cruciaal belang. De Cassatie stelt immers de Albanese faciliteiten gelijk aan de Centra voor Verblijf voor Terugkeer (CPR) op Italiaans grondgebied, overeenkomstig artikel 14, lid 1, van wetsdecreet nr. 286 van 1998 (Consolidatiewet Immigratie). Dit betekent dat, zelfs als de vreemdeling een verzoek om internationale bescherming indient terwijl hij zich in het Albanese centrum van Gjader bevindt, zijn inbewaringneming, gedefinieerd als 'secundair', wettig blijft. De onderliggende logica is dat de Albanese faciliteit, hoewel zich in het buitenland bevindend, wordt beschouwd als een integraal onderdeel van het Italiaanse systeem voor het beheer van migratiestromen en inbewaringneming.

Juridische en Praktische Implicaties

De beslissing van de Cassatie heeft verschillende implicaties:

  • **Juridische Gelijkstelling:** De Albanese faciliteiten worden juridisch gelijkgesteld aan de Italiaanse CPR's, wat zorgt voor een consistente toepassing van de wetgeving inzake inbewaringneming.
  • **Rechtmatigheid van Inbewaringneming:** De inbewaringneming van de vreemdeling, zelfs als hij asielzoeker is, in de Albanese faciliteiten wordt niet automatisch beëindigd door de indiening van het verzoek om internationale bescherming.
  • **Wettelijke Referentie:** De toepasselijkheid van artikel 6, lid 3, van wetsdecreet nr. 142 van 18 augustus 2015, dat de inbewaringneming van verzoekers om internationale bescherming onder specifieke omstandigheden regelt, wordt opnieuw bevestigd.
  • **Bescherming van Rechten:** Hoewel de rechtmatigheid van de inbewaringneming wordt bevestigd, sluit de beslissing de noodzaak niet uit om alle voor verzoekers om asiel geldende bescherming te waarborgen, in overeenstemming met de Italiaanse Grondwet (artikel 13) en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 5 lid 1).

Het Hooggerechtshof benadrukt dat artikel 3, lid 2, van Wet nr. 14 van 2024 (zoals gewijzigd) de categorieën van personen definieert die naar Albanië kunnen worden overgebracht, maar de toepassing van de wetgeving inzake de inbewaringneming van verzoekers om internationale bescherming niet verhindert. Deze interpretatie beoogt de efficiëntie van het migratiebeleid te verzoenen met de bescherming van fundamentele rechten, zij het binnen een kader van administratieve detentie.

Conclusies

Het arrest nr. 17510 van 2025 van het Hof van Cassatie vertegenwoordigt een vaststaand punt in de interpretatie van het Italiaans-Albanese Protocol en de gevolgen daarvan voor de administratieve inbewaringneming van vreemdelingen. Het verduidelijkt dat de indiening van een verzoek om internationale bescherming de inbewaringneming in de Albanese faciliteiten, die voor alle doeleinden gelijkgesteld worden met Italiaanse centra, niet automatisch onrechtmatig maakt. Deze uitspraak is van fundamenteel belang voor juridische professionals, bevoegde autoriteiten en, bovenal, voor de betrokken vreemdelingen, aangezien zij de reikwijdte van de procedures voor het beheer van migratiestromen en asielaanvragen in een steeds meer onderling verbonden internationale context nauwkeuriger definieert. Zoals altijd blijft het cruciaal dat de toepassing van deze beginselen geschiedt met volledige inachtneming van de mensenrechten en de procedurele waarborgen die door de nationale en Europese wetgeving worden geboden.

Advocatenkantoor Bianucci