Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 42

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:42) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
Beslaglegging van goederen bij uitlevering: de strafkamer van het Hooggerechtshof n. 15113/2025 verduidelijkt het verband met het misdrijf | Advocatenkantoor Bianucci

Beslag op goederen bij uitlevering: Cassatienr. 15113/2025 verduidelijkt verband met misdrijf

Met arrest nr. 15113 van 20 maart 2025 (gedeponeerd op 16 april 2025) behandelt de Zesde Strafkamer van het Hof van Cassatie opnieuw de delicate relatie tussen conservatoire beslagmaatregelen en passieve uitleveringsprocedures. De zaak betrof het verzoek van Argentinië om, naast de overlevering van de verdachte H. P. M., ook enkele in beslag genomen goederen te verkrijgen. Het Hooggerechtshof, voorzitter G. D. A., rapporteur A. C., heeft een deel van de beschikking van de Rechtbank voor Minderjarigen van Rome zonder verwijzing vernietigd, waarbij duidelijke grenzen zijn gesteld aan wanneer goederen aan de verzoekende buitenlandse staat kunnen worden overhandigd.

Het wettelijk kader: art. 20 Verdrag Italië-Argentinië en art. 714 c.p.p.

De juridische basis is art. 20, letters a) en b), van het Uitleveringsverdrag ondertekend in Rome op 9 december 1987 en in werking getreden met Wet 219/1992. De bepaling voorziet dat de Italiaanse autoriteit kan overhandigen:

  • de bewijsmiddelen met betrekking tot het misdrijf waarvoor de procedure loopt;
  • de voorwerpen afkomstig van het misdrijf, dat wil zeggen het corps delicti of de daaraan gerelateerde zaken ex art. 714, lid 1, c.p.p.

Een algemeen onderzoeksbelang van de verzoekende staat is dus niet voldoende: de verbinding tussen het goed en de onwettigheid moet worden aangetoond.

Het door de Cassatie gevestigde beginsel

Wat betreft de passieve gerechtelijke uitlevering, vereist het beslag op goederen die aan de verzoekende staat moeten worden overhandigd, op grond van art. 20, letters a) en b), van het Uitleveringsverdrag tussen Italië en Argentinië, ondertekend in Rome op 9 december 1987, geratificeerd en in werking gesteld met wet van 19 februari 1992, nr. 219, dat deze goederen verband houden met het misdrijf dat het onderwerp is van het uitleveringsverzoek, en dat zij bewijsmiddelen vormen of voorwerpen die daarvan afkomstig zijn, waarbij de laatstgenoemden, in overeenstemming met de bepaling van art. 714, lid 1, van het Wetboek van Strafvordering, worden opgevat als het corps delicti of zaken die daaraan gerelateerd zijn.

Commentaar: het Hof verwijst expliciet naar het duo "bewijsmiddelen/voorwerpen afkomstig van het misdrijf", waarbij elke automatische koppeling tussen beslag in Italië en overhandiging aan het buitenland wordt uitgesloten. De uitleveringsrechter moet met nauwkeurige motivering vaststellen dat het goed een directe bewijsfunctie vervult of de vrucht van de onwettigheid vertegenwoordigt. Bij gebreke van deze verificatie is het beslag met het oog op overhandiging onrechtmatig.

Praktische implicaties voor de verdediging en de rechterlijke macht

  • Hoge motiveringsplicht: het beslagbevel moet verduidelijken waarom het goed "corps delicti" of "gerelateerde zaak" is; bij gebreke van dit verband zal de Cassatie de beschikking vernietigen.
  • Actieve rol van de verdediging: de verdachte kan het gebrek aan verband betwisten door documenten te overleggen die aantonen dat de goederen geen verband houden met de ten laste gelegde feiten.
  • Conventionele garanties: de beslissing strookt met art. 1 van Protocol nr. 1 EVRM (bescherming van eigendom) en met art. 6 EVRM (eerlijk proces), en eist strenge controles alvorens iemand van een goed te beroven.
  • Grenzen aan samenwerking: internationale strafrechtelijke samenwerking blijft verplicht, maar mag geen afbreuk doen aan de naleving van de interne garanties van legaliteit en motivering.

Conclusies

Arrest 15113/2025 versterkt de bescherming van vermogensrechten in het kader van uitlevering, en herinnert eraan dat de overhandiging van goederen niet automatisch is en moet berusten op een concreet verband met de ten laste gelegde onwettigheid. Voor juridische professionals betekent dit meer aandacht bij het opstellen van beslagbevelen en bij de analyse van uitleveringsdossiers, teneinde vernietigingen te voorkomen en effectieve samenwerking te bewerkstelligen, met respect voor constitutionele en conventionele beginselen.

Advocatenkantoor Bianucci