De uitspraak nr. 30749/2024 van het Hof van Cassatie, uitgesproken op 29 november 2024, behandelt een onderwerp van groot belang in het familierecht: de ontkenning van vaderschap en de geldigheid van genetisch bewijs in dergelijke contexten. De beslissing is gebaseerd op een complexe zaak, waarin familiedynamiek, bewijsmateriaal en timing een cruciale rol speelden.
Het beroep vindt zijn oorsprong in een vonnis van de Rechtbank van Termini Imerese, die de vordering tot ontkenning van vaderschap, ingesteld door E.E. tegen zijn kinderen B.B. en D.D., had afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat de vordering was ingesteld na de vervaltermijn die was voorzien in artikel 244, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht op het moment van de aanvraag. Het Hof van Beroep van Palermo heeft echter het beroep van E.E. ingewilligd en verklaard dat de kinderen niet tijdens het huwelijk met A.A. waren geboren.
Het Hof van Beroep oordeelde dat de weigering om zich te onderwerpen aan genetisch onderzoek een relevant bewijselement vormde bij de ontkenning van vaderschap.
Een centraal aspect van de uitspraak betreft de kwestie van genetisch onderzoek. Het Hof stelde dat, na de uitspraak van het Constitutionele Hof nr. 266 van 2006, bloed- en genetisch onderzoek het belangrijkste bewijs is geworden bij vaderschapsontkenningszaken. In dit geval weigerden zowel B.B. als D.D. zich te onderwerpen aan de test, een gedrag dat, hoewel niet afdwingbaar, door het Hof werd beschouwd als een bewijselement ten gunste van de ontkenning.
Het is interessant om op te merken hoe het Hof de favor veritatis, oftewel de voorkeur voor de materiële waarheid, heeft afgewogen tegen het respect voor de wil van de minderjarigen. De getuigenissen van de kinderen hebben immers hun wens benadrukt om afstand te houden van hun vader, wat de uiteindelijke beslissing heeft beïnvloed.
De uitspraak van het Hof van Cassatie vertegenwoordigt een belangrijke stap voorwaarts in de jurisprudentie betreffende de ontkenning van vaderschap. Het benadrukt hoe genetisch bewijs de beslissingen over vaderschap aanzienlijk kan beïnvloeden, maar legt ook de nadruk op het belang van het in overweging nemen van familiedynamiek en de emoties van de betrokken minderjarigen. In een juridische context die vaak complex en delicaat is, wordt het vermogen om de zoektocht naar waarheid te balanceren met respect voor familierelaties cruciaal.